Wilde Weelde
Jessica
28 juni 2025

Foto's: Jeroen Buys, Harriet Kwekkeboom, Maud Aarts, Dagobert Bergmans, Jessica van Bossum
Het wordt ons steeds duidelijker hoe belangrijk de onderbegroeiing is voor een gezonde bodem. De begroeiing helpt
om het gras te onderdrukken, dat anders de boel overneemt. Een groene bodembedekking beschermt het leven onder de grond én de bomen en struiken tegen hitte, wind en harde regen. Planten met diepe penwortels, zoals cichorei of paardenbloem, maken de grond losser en halen voedingsstoffen uit de diepte omhoog. Stikstofbinders, zoals klavers en wikke, trekken bacteriën aan die stikstof uit de lucht halen en in de bodem vastleggen. Allemaal reden genoeg om de bodem bedekt te houden.
Elke plant scheidt via z’n wortels bepaalde stofjes uit in de bodem. Een van onze nieuwe inzichten is dat elke plantfamilie zijn eigen specifieke bacteriën, schimmels en andere microben aantrekt die de plant helpen bij het opnemen van mineralen en water, en zelfs bij het verhogen van de weerstand tegen insectenvraat en ziektes. Waar heel veel planten uit verschillende plantenfamilies door elkaar groeien, ontstaan onder de grond gevarieerde mini-gemeenschapjes van bodemleven. Die zorgen er samen voor dat onze bomen en struiken aan hun trekken komen en dat ongezonde bodemorganismen weinig kans krijgen.
Dus zaaien we tussen de bomenrijen mengsels van zo veel mogelijk uiteenlopende kruiden, bloemen en groenbemesters. In het beekbos staan elke paar weken weer andere planten te bloeien. In april wordt het prille bos bedekt door een tapijt van paardenbloemen, die met duizenden spontaan opkomen. In mei gonzen de insecten door het fluitenkruid, de lupine en de margrieten. In juni neemt de bloeiende cichorei en de wilde peen het stokje over.

Op de veldkavel zaaien we weer groenbemesters om de bodem te herstellen, net als de voorgaande jaren. Het oppervlak is zo groot dat er een loonwerker aan te pas komt: maaien en direct doorzaaien, zonder de grond te keren. Zo houden we het bodemleven intact dat de afgelopen jaren is opgebouwd. Na het maaien komen ook hier de vrolijke bloemen tevoorschijn. De net gepote boompjes staan kniehoog in het geel. Het zoemt en gonst er van de insecten.
Op de noordelijke huiskavel zaaiden we voorgaande jaren vooral winterrogge om de bodem te herstellen en te voeden. Met onze nieuwe kennis gaan we nu voor nóg meer diversiteit: Het hele veld wordt ingezaaid met een mix van granen, bloemen en kruiden. Hier vind je onze zaailijst.
Ook op de kwekerij wordt gezaaid. Waar de varkens het gras hebben opgeruimd ligt de grond er kaal bij. Snel zaaien we hier bloemenmengsels, in de hoop dat deze eerder opkomen dan de vele zaadjes van de ridderzuring en distel die zich hier de afgelopen jaren hebben verspreid.
Niet alle veldjes komen even goed op: een paar weken lang valt er geen druppel regen, waardoor het zaad niet kan ontkiemen. Dat geeft de loopeenden en andere vogels alle tijd om de lekkerste zaadjes weg te pikken. Gelukkig komt het meeste zaad wel op, met een bont mozaïek van bloemenveldjes tot gevolg.
De insecten en vogels zijn ons dankbaar voor deze wilde weelde, en het ziet er fantastisch uit.
Het levert ook mooie veldboeketten op. Een onverwachte oogst uit het jonge voedselbos!
