Vogelen
Maud
6 mei 2025

Er komen steeds meer vogels in ons voedselbos. Een genot om naar te kijken vanuit het keukenraam, en een heerlijk geluid om ‘s ochtends mee wakker te worden. Ze bestrijden bovendien de plagen in het bos, door larven, luizen, kevertjes en woelmuizen te eten. Daarom willen we graag dat vogels zich hier thuis voelen, of ze nu op doorreis zijn, komen broeden of hier permanent wonen.
Er staan in het voedselbos een heleboel verschillende planten, die ieder weer andere beestjes, besjes en zaadjes te bieden hebben. Daardoor is er veel voedsel voor verschillende vogels. Schuil- en nestplekken vinden ze op rommelige plekjes waar takjes en blaadjes blijven liggen, en stekelige struikgewas, waar andere dieren en mensen niet kunnen komen. Roofvogels willen juist een hoog uitkijkpunt om prooien te kunnen spotten.
Voederplekken en nestkastjes kunnen een manier zijn om de vogels extra te verleiden bij ons te komen wonen. Via Vogelbescherming Nederland kwamen we terecht bij de lokale experts op dit gebied: de Vogelwerkgroep Losser. Deze groep vrijwilligers, die gek is van vogels, is in het broedseizoen vaak voor dag en dauw uit de veren om vogeltellingen te doen. Je hebt voor het tellen van broedparen meerdere waarnemingen nodig wat het vak best ingewikkeld maakt. Om het leuk en simpel te maken lopen we in het jonge voedselbos samen een rondje en noteren gewoon wat we zien en horen. Dat wil zeggen: wat deze mannen allemaal horen en zien. Het is onvoorstelbaar hoe zij al kletsend en wandelend tjiftjafs, duiven en vinken onderscheiden.. En je ook nog weten te vertellen uit welke richting.
Wij lopen erachteraan voor spek en bonen en ‘luisteren’ mee met Merlin Bird ID. Deze app analyseert het vogelgeluid en geeft aan welke vogels je waarschijnlijk hoort. Ook kun je een vogel opzoeken, bekijken en horen welke geluiden hij maakt, superleuk.
We zijn in 2024 gestart met de vogeltellingen en houden een lijst bij van de resultaten. Het zijn vooral de algemene soorten die hier rondvliegen: merels, mussen, mezen, vinken, duiven, tjiftjafs, eksters en kauwen. Elk jaar zijn er daar minder van in de regio. Op de vele muizen in het veld komen roofvogels af, zoals buizerd, torenvalk en sperwer. In de avondschemer zien we kleine steenuiltjes en een grotere kerkuil, die flinke braakballen en veel poep achterlaat. Langs de beek zijn ijsvogels gespot, en een grote gele kwikstaart.
Bij elke wandeling door het bos vliegen de fazanten op, luid en kleurrijk. We hebben al vaker een jonge fazant aangezien voor een patrijs. Patrijzen zijn best bijzonder. Ze hebben veel beschutting nodig, en die is in de omringende weilanden niet te vinden. Dit voorjaar fladderden steeds in hetzelfde gebiedje twee grijze bolletjes op... te snel om goed te bekijken, laat staan om er een foto van te maken. Peet, de jongste expert in vogelwerkgroep van Losser, had wel belangstelling om die bolletjes eens te bekijken. Tijdens onze vogelwandeling lieten ze zich niet zien en ook toen we na de koffie speciaal naar ze op zoek gingen was er geen spoor te bekennen.. Maar toen we het eenmaal hadden opgegeven en terug op huis aanliepen: bingo! Peet bevestigde dat het twee patrijzen betreft. Welkom beste patrijzen! Jullie aanwezigheid voelt als een groot compliment.