Gezonde plant, gezonde bodem
Jessica
10 juni 2025

Foto's: Maud Aarts, Jessica van Bossum, Jeroen Buys
Elke lente is weer een klein wonder: Schijnbaar dode twijgen lopen uit tot bloeiende planten die enkele weken later behangen zijn met kostbaar fruit. Maar na twee natte winters en de hitte van deze lente staan niet alle planten er even fier bij. We zien hier en daar lichte blaadjes. Sommige planten krijgen een flinke knauw van de late nachtvorst; anderen hebben moeite om de lange periode van droogte door te komen. We leren steeds beter kijken: Wat zeggen bladkleur, insectenvraat en afwijkende groei over gezondheid en mogelijke tekorten? We bekijken druppeltjes plant- en fruitsap door een Brix-meter: een simpel apparaatje om de hoeveelheid inhoudsstoffen in blad of fruit te meten. Meer inhoudsstoffen betekent een gezondere plant die minder gevoelig is voor ziektes en vraat. En ook: vruchten met meer smaak én voedingswaarde, die langer houdbaar zijn. Maar hoe krijgen we meer vitale planten?
De eerste stap is om de fotosynthese op orde te krijgen. Daarbij zetten de blaadjes CO2 uit de lucht en zonlicht om in energie. Die heeft de plant nodig om te groeien en vruchten te maken. Wat over is gaat, in de vorm van suikers, via de wortels de grond in, om het bodemleven te voeden. Dat bodemleven helpt de plant weer om water en voedingsstoffen uit de bodem op te nemen, maar speelt ook een rol bij de afweer tegen schadelijke schimmels en bacteriën. Hoe meer fotosynthese, hoe groter het aandeel dat de bodem in gaat, hoe rijker het bodemleven en hoe meer de plant geholpen wordt. Een vliegwiel-effect dus!
Bij de meeste planten in ons voedselbos is de fotosynthese (vaak te herkennen aan diepgroen glanzend blad) nog niet optimaal. Dat geldt voor een heel groot deel van de planten in Nederland. Dat heeft alles te maken met de kwaliteit van de bodem. Daar moet voldoende water en lucht in zitten, en alle verschillende mineralen die de plant nodig heeft. In een verdichte bodem zit geen lucht, en het water kan er niet in. Op een paar plekken hebben we, voordat we gingen planten, daarom de grond losgemaakt. Diep wortelende wilde planten, zoals ridderzuring, doen ook goed werk. Door de bodem zo min mogelijk te belasten, vooral met zware machines, vermijden we verdere verdichting. Verder willen we zoveel mogelijk organische stof in de bodem. Als een spons houdt dat water en voedingsstoffen vast. Hard nodig op onze zandgrond, waar alles snel wegspoelt. Afstervend blad en planten zorgen voor meer organisch materiaal op en in de bodem, en wij helpen een handje door te mulchen met houtsnippers en maaisel.
Uit onze bodemmonsters blijken een aantal mineralentekorten. Er wordt in het voedselbos geen NPK mest (stikstof, fosfaat en kalium) gebruikt, omdat deze (over)bemesting het bodemleven buitenspel zet. En juist dat bodemleven hebben we hard nodig om voedingsstoffen uit de bodem en de lucht beschikbaar maken voor de plant. Wel strooien we hier en daar kalkmagnesium-korrels en lavagruis, waar enorm veel mineralen in zitten die de plant in kleine hoeveelheden nodig heeft.
Door de planten goed aan de praat te krijgen, zorgen we ervoor dat ze meer stofjes de grond inpompen, en dus het bodemleven voeden. Om de planten een boost te geven slaan we aan het experimenteren met bladmest-brouwsels. We gooien omliggende onkruiden in een bak water om een tijdje te rotten (dat stinkt!). Daardoor komen mineralen vrij in een vorm die voor andere planten goed opneembaar is. In die onkruiden zitten vaak juist de mineralen waar tekorten van zijn (daarom zijn ze ook voor ons zo gezond!). Deze plantengier sproeien we op de blaadjes, waar ze direct worden opgenomen. Om precies te weten waar het aan ontbreekt, sturen we een paar keer per jaar zakken vol blaadjes naar een lab voor bladsap-analyses. Met die resultaten kunnen we gerichter ingrijpen, en zien of het werkt.
Om de bodembiologie te stimuleren brouwen we compostthee. Dat is precies hoe het klinkt: Een zakje compost in een vat water. In deze ‘thee’ vermeerdert het bodemleven uit de compost zich heel snel, en dat leven voegen we via de gieter toe aan de bodem. Ook strooien we, voor een kick-start, biologische korrels bij de boompjes die het bodemleven stimuleren. Om een zo gevarieerd mogelijk bodemleven te krijgen zaaien we een uiteenlopend mengsel van kruidachtige planten en bloemen tussen de bomenrijen. Want elke plant trekt weer andere bacteriën, schimmels en andere microben aan, die samen voor een gezonde balans zorgen. Duizelt het al? Ons ook wel eens. Maar als het bodemleven eenmaal op gang is, gaat de rest vanzelf. Nou ja, behalve het oogsten dan..

Meer weten? Wij haalden veel inzichten uit de vijfdaagse cursus over bodem- en plantgezondheid van
De Voedselboss. Op onze
Inspiratiepagina vind je boeken, filmpjes en podcasts over dit onderwerp.